Begin dit jaar mocht ik er weer voet op zetten, de bodem
waar vele geweldige wijnen vanaf komen. Ik schat in totaal wel ruim achtduizend
wijnen. In de twee weken dat ik er was, kwam ik overigens meer olifanten dan wijnen
tegen. Het Krugerpark is het domein van de olifant. De Westkaap, omgeving
Kaapstad is dat van de wijn. Olifanten en wijnen doen het beiden behoorlijk goed. De
olifant wegens het ontbreken van natuurlijke vijanden.En de wijn omdat de kwaliteit en variëteit zeer in de smaak
valt. Ik merk bij wijnspecialisten en deelnemers aan mijn proeverijen, dat
mensen meestal aangenaam verrast worden door wijnen van Zuidafrikaanse bodem.
WENNEN
Als je houdt van “anders dan hier”, dan kun je goed terecht
in Zuid-Afrika. Voorbeelden: eeuwenoude wijnbouw, bavianen voor je wielen, smeulende stukken bushveld, droge hete
zomers, dirtroads, mensen met felgekleurde parasols langs de provinciale weg, de enorme dimensies
(het Krugerpark alleen al beslaat half Nederland), imposante bergketens, links rijden
(op een enkele toerist op een stille weg na). En in de auto zit bijna alles
verkeerd-om; versnellingspook,
ruitenwisser, richtingaanwijzer, stuur. Bijzonder, maar wel even wennen.
Ook binnen Zuid-Afrika zijn er grote verschillen, bijvoorbeeld klimatologische. Een
dag voor vertrek was er in het Krugerpark, in het noordoosten van Zuid-Afrika, zeer
veel regen gevallen. Bruggen waren overspoeld, beschadigd en delen van het park
onbereikbaar. Niets van dat al zo’n 1600 kilometer verderop in het zuidwesten,
in het wijngebied rond Kaapstad, waar ik een week verbleef.
WIJNEN
In het wijngebied valt de meeste regen ’s-winters, in de zomer
regent het praktisch niet.
Heerlijk om er dan te zijn. In 6 dagen tijd wijdde ik me
volledig aan de wijnen, bezocht 21 wijnhuizen en proefde vele wijnen. Elke dag
om 6.30 uur opstaan en na een verkwikkende duik in een zwembad, ontbijt en
routeplanning, om 8.00uur op wijnpad. Ik overnachtte onder meer bij 2
wijnhuizen die op bezoekers zijn ingesteld
met gastenverblijven (Manley in Tulbagh en Mooi Bly in Paarl), Ik licht nu 2
wijnhuizen even uit.
Wijnmaker Stefan Hartmann van Manley kent zijn slechts 7 ha wijngaarden op z´n duimpje en gaf mij een leerzame
rondleiding.
De waterbehoefte van de wijnstokken wordt met sondes in de keiharde
kleisteengrond gemeten en er wordt spaarzaam geïrrigeerd om de druiven goed te concentreren,
voor meer smaak. De pinotage-druiven hebben een vrij dunne schil en dat maakt
ze gevoelig voor zonnebrand.
"Factor 30" gebruiken bij druiventrossen werkt niet.
Daarom houdt hij het bladerdek bij de pinotage wat dichter,
zodat extra schaduw de compacte trossen beschermt. Daarbij helpt ook de oost-west aanplant van de rijen wijnstokken.
”Hens and chickens” is Stefan’s uitdrukking voor
millerandage, een ongelijkmatige groei van de druiven, met als gevolg grote- (hens)
en kleine (chickens) besjes aan een tros. Dit is slechts eén ongemak van vele, waar
een wijnmaker/ wijngaardenier mee te maken
heeft. Ondanks al het ongemak tóch knappe wijnen maken, is de kunst…. En gesproken over:
ONGEMAK
Heb je ook weleens
behoefte aan een minder alcoholische, lichter verteerbare wijn? Bijvoorbeeld
omdat je minder fris ontwaakt dan je wilt of omdat je zo snel “op je kop
staat”? Vaak krijg ik te horen dat daar behoefte aan is.
Het is even zoeken, maar dit soort wijnen is wel te vinden.
Zo vroeg ik 3 jaar geleden aan Christine Stevens van Mountain Oaks Winery in de mooie Slanghoek-Vallei, om
een droge rosé, met minder alcohol. Daar voelde ze wel wat voor. Ze maakte een blend van shiraz-
en viognier druiven die ze in december bottelde.
In de tussentijd schreef deze enthousiaste kokkin een receptenboek en een boek waarin zij de gebeurtenissen op haar farm van maand tot maand gedurende een jaar beschrijft.
Bij mijn bezoek aan haar in februari mocht ik de rosé proeven.
Ik raakte enthousiast, niet alleen vanwege het lage alcohol
percentage van 11,5%, maar ook om de smaak, het feit dat zij wilde ( in de
wijngaard voorkomende) gisten het werk laat doen, geen sulfiet toevoegt, en
biologisch werkt.
Twee weken geleden
ontving ik 240 flessen van deze rosé (slechts 2000 geproduceerd), waarvan ik enkele glaasjes bij een Hollandse “braai” met vrienden goed
heb doorgeproefd. De ochtend daarna stond ik vrij vroeg op, om half acht, en raad
eens: geen ongemak!